Energiebelasting: de details uitgelegd

Inleiding

Sinds 1996 wordt, in het kader van de Wet Belasting op Milieugrondslag energiebelasting geheven op elektriciteit en aardgas. Met deze wet worden meerdere doelen gelijktijdig nagestreefd:

  1. energiebesparing, door de hogere integrale energiekosten zijn energiebesparings­maatregelen eerder lonend,
  2. inkomstenbron: de energiebelasting brengt jaarlijks € 4,5 miljard op,
  3. ontzien van maatschappelijk zwakkeren,
  4. voorkomen van het verslechteren van de concurrentiepositie.

Om doel (3) na te streven geldt een heffingskorting per jaar (ongeacht het verbruik). Om (4) na te streven in combinatie met (2) is onder andere[1] een gestaffelde belasting ingevoerd: bij elektriciteit moet over de eerste 10.000 kWh per jaar flink meer energiebelasting worden betaald dan over de volgende 40.000 kWh en daarover weer meer dan tot 10 miljoen kWh.

Energiebelasting wordt in principe geheven per WOZ (wet op de onroerende zaak) -object. Zo’n object kan al dan niet een verblijfsfunctie hebben. Het woord verblijfsfunctie moet ruimer worden opgevat dan “woonruimte”: zo heeft een gebouw met sanitair en een kantine een “verblijfsfunctie”.

Wanneer derden (andere rechtspersonen) gebruik maken van een object wordt dit gezien als doorlevering van elektriciteit. In dat geval is niet het leveringsbedrijf, maar de doorleve­rancier energiebelastingplichtig.

Opslag duurzame energie

Sinds 2013 is er een extra opslag toegevoegd die hetzelfde patroon volgt met de staffels als de energiebelasting: de Opslag Duurzame Energie (ODE, niet te verwarren met ODA: de Overige Diensten Aanbieder die kleinverbruik slimme meterdata aanbiedt). De ener­gie­belasting wordt gebruikt om de overheidskas in algemene zin aan te vullen. De opslag duurzame energie wordt gebruikt om grootschalige verduurzamingprojecten uit te voeren en uitgekeerd als Stimulering Duurzame Energie (SDE) subsidie. In 2023 zijn de tarieven van Opslag Duurzame Energie op nul gesteld en deze bedragen weer bij de energiebelasting geteld. In 2024 wordt de ODE formeel afgeschaft. Officieel is de reden dat verduurzaming breed moet worden opgevat, inclusief afvang van CO2, dat niet als ‘duurzame energie’ kan worden opgevat. Het risico bestaat natuurlijk dat in tijden van overheidstekorten dit geld niet meer aan verduurzaming wordt uitgegeven, in 2012 een reden om de ‘geoormerkte’ Opslag Duurzame Energie in het leven te roepen.

Dubbele belasting

Ook over de energiebelasting en ODE wordt 21% BTW geheven. De gehele elektriciteit en gaskosten kunnen dus inclusief en exclusief BTW worden berekend met een vermenig­vuldiging met- of deling door 1,21.

Elektriciteit EB201520162017201820192020202120222023
0  –  10.000 kWh0,11960,10070,10130,104580,098630,097700,094280,036790,12599
10.000  –  50.000 kWh0,04690,049960,049010,052740,053370,050830,051640,043610,10046
50.000  –  10 mln kWh0,01250,013310,013050,014040,014210,013530,013750,011890,03942
heffingskorting €/jr-311,84-310,81-308,54-308,54-257,54-435,68-461,62-681,63-493,27
Elektriciteit ODE20152016201720182019202020212022
0  –  10.000 kWh0,00360,00560,00740,01320,01890,027300,030,0305
10.000  –  50.000 kWh0,00460,0070,01230,0180,02780,037500,04110,0418
50.000  –  10 mln kWh0,00120,00190,00330,00480,00740,020500,02250,0229
Opslag duurzame energie heeft van 2013 t/m 2022 bestaan

Aardgas

De belasting op aardgas kent ook een gestaffelde opbouw. Tot 2013 werd een onderscheid gemaakt tussen energiebelasting tot 5000 m3 per jaar en tussen 5000 en 170.000 m3. Daarna hebben beide staffels eenzelfde tarief gekregen. Ook aardgas kent ODE, maar geen heffingskorting.

Aardgas EB201520162017201820192020202120222023
0 – 170.000 m30,19110,251680,252440,260010,293130,333070,348560,363220,48980
170.000 – 1.000.0000,06770,069540,062150,064640,065420,064440,065470,066320,09621
Aardgas ODE20152016201720182019202020212022
0 – 170.000 m30,00740,01130,01590,02850,05240,07750,08510,0865
170.000 – 1.000.0000,00740,01130,01590,02850,05240,02140,02350,0239
Opslag duurzame energie heeft van 2013 t/m 2022 bestaan

Er is een praktische reden de heffingskorting aan elektriciteit te koppelen: elektriciteit verbruikt iedereen. Een deel van de woningen heeft geen aardgas vanwege stadsverwarming (destijds waren huizen met elektrische warmtepompen nog niet voorzien).

Meerdere WOZ objecten of meerdere aansluitingen

Stel je hebt op een perceel een woning met daarachter een schuur waarnaar elektriciteit en gas worden doorgeleverd via één aansluiting. Nu wordt de schuur omgebouwd tot senioren­woning. Er is nu sprake van twee WOZ objecten achter één aansluiting.

Ook het omgekeerde komt voor: (1) een bedrijfsverzamelgebouw heeft voor elk van de delen een eigen aansluiting. Eén van de gevestigde bedrijven is succesvol en neemt meerdere delen in gebruik. Tussen de bedrijfsdelen worden muren weggebroken of deuren aangebracht.  (2) een school in een grote stad is gevestigd in meerdere grachtenpanden waar tussen muren zijn verwijderd, de aansluitingen zijn intact gelaten.

De heffingsambtenaar van een gemeente beslist over de verdeling in WOZ objecten. Wanneer de indiener van een WOZ vraag “uit hoofde van zijn belastingheffing een gerechtvaardigd be­lang heeft” (belasting­heffing kan zowel WOZ belasting als energiebelasting zijn) zal deze de detail­gegevens over de WOZ mogen ontvangen. Met deze gegevens en een te downloaden formulier (zoek op belastingdienst.nl, teruggaaf energiebelasting bij meer dan 1 onroerende zaak) dien je vervolgens de aanvraag in bij het energieteam van kantoor Emmen van de belastingdienst.

Bij gering verbruik is het financieel gunstig om voor meerdere keren heffingskorting in aanmerking te komen. Bij hoger verbruik (het gezamenlijk verbruik passeert de 10.000 kWh per jaar grens) is het financieel gunstig minder heffingskorting te krijgen, maar wel een lagere belasting per kWh. Merk op dat calculerend aanvragen bij de belastingdienst niet is toegestaan: er is één juridisch-technische situatie en volgens die situatie moet energie­belasting worden betaald.

Een eenvoudige (niet sluitende) omschrijving voor WOZ object: wanneer een locatie ten minste een keukenblok (of pantry met koffiemachine) en toiletten heeft is sprake van een WOZ object. Bij woningen moet daarnaast een douche of bad aanwezig zijn. Een brugwachtershuis of een bewakingsruimte bij een parkeergarage kan in aanmerking komen voor heffings­korting op de energiebelasting.


[1] Daarnaast is de energiebelasting op gas voor tuinders flink lager, maar dit valt buiten de scope van dit document