Vast contract

Eerst lukte het consumenten al niet meer een vast contract af te sluiten. Nu lukt dat ook niet meer bij zakelijke contracten. Waarom is dat (en wat verandert er per 1 juni 2023)?

Kleinverbruik
In oktober 2021 was het op de sites van Independer, Consumentenbond en Gaslicht.com al niet meer mogelijk een contract met vaste prijs af te sluiten.

Bij een vaste prijs contract legt ook de leverancier zich vast voor de te verwachten verkoop van elektriciteit en gas in de toekomst bij producenten. In het geval van fossiele opwek van elektriciteit leggen die zich op hun beurt weer vast bij de leverancier van gas of kolen. Zo zijn zij ingedekt tegen het tussentijds stijgen of dalen van de prijzen. Leveranciers zijn dit verplicht aan hun kredietverstrekkers; zij mogen geen risicovolle posities innemen.

De machtsrelatie tussen particuliere klanten en energieleveringsbedrijven wordt als niet evenwichtig beschouwd door de overheid. Daarom kennen consumenten extra rechtsbescherming. Zo is de maximale boete bij voortijdige opzegging bij een periode langer dan tweeënhalf jaar €125,- per aansluiting. Ten opzichte van de huidige energieprijzen is dit een gering bedrag. Energieleverancier vrezen dan ook dat bij daling van de elektriciteit- en gasprijs de particuliere klanten zullen opzeggen en zij met te duur ingekochte elektriciteit en gas blijven zitten. Dit is bij consumentencontracten de reden dat vaste prijs contracten niet meer worden aangeboden.

Per 1 juni 2023 wijzigt de situatie: energieleveranciers mogen de boete relateren aan de inkomsten die zij mislopen wanneer een afnemer het contract openbreekt. We zien nu dat de één, twee en driejarige contacten weer terugkeren.

Zakelijk verbruik
Deze problematiek speelt niet bij zakelijke klanten: de overheid ziet daarbij de onderhandelingsrelatie tussen afnemer en leverancier als evenwichtiger; extra rechtsbescherming ontbreekt. Zakelijke klanten kunnen hun contract niet met beperkte boetes openbreken.

reële situatie 2020
Bij vaste prijscontracten geldt meestal een verbruiksbandbreedte waarbinnen de vaste prijs geldt, van + en – 20%. Stel dat de opslag 4 €ct per m3 gas bedraagt en het gas in de zomer is vastgeklikt tegen € 0,20 per m3. Als het koud wordt in de winter wordt de 20% extra benut. Door de extra vraag in die periode moet bijgekocht worden tegen € 0,25. Op de 20% extra gas wordt 1 €ct verlies gemaakt (met opslag erbij is € 0,24 ontvangen). Dat kan worden afgedekt in de opslag van het gewone, verwachte (100% deel) gebruik: 0,2 €ct per m3, waardoor daarover nog steeds 3,8 €ct marge blijft bestaan.

reële situatie 2021
In december benut dezelfde klant de 20% extra ruimte in het gascontract tegen vaste prijs. De leverancier heeft 100% vastgelegd, maar moet de extra 20% bijkopen. De prijs hiervoor is € 0,90 per m3. Op de 20% extra gas wordt 66 €ct per m3 verlies geleden. Over het hele portfolio is dit 13,2 €ct terwijl de opslag €4 ct bedraagt: een verlies van 9,2 €ct per m3 over het gewone (100%) inkoopdeel.

Omgekeerd geredeneerd: bij een nieuw contract zou de benodigde opslag 17 €ct per m3 zijn; bijna evenveel als de gasprijs van twee jaar geleden. Dit accepteren de meeste klanten niet en bovendien zou de prijs bij schaarste ook kunnen stijgen naar €1,80 per m3 waardoor de opslag alsnog onvoldoende is.

Ongeveer 55 tot 60% van de Nederlandse elektriciteit wordt opgewekt in gas-gestookte centrales. Het voor gas uitgewerkte voorbeeld hierboven is daarmee direct te vertalen naar elektriciteit.